Kirkenes bevindt zich in een grensgebied en heeft een rijke geschiedenis, toch zie je daar niets van in deze stad die uitblinkt in onopvallendheid. “Very un-special” is de beschrijving van de gids aan boord. Vandaag ga ik in de sneeuw spelen én neem ik een duik in het verleden van deze regio.
Piselvnes
Waar trek je een grens?
De Skolt of oostelijke Sami trekken zomers met hun rendieren naar deze landtong langs het Varangerfjord, in de winters trekken ze naar het noorden van Finland. Dat gaat eeuwenlang goed, in dit Russisch Noorse district zonder vaste grenzen. In 1826 komt er wél een grens; dwars door de Sami gebieden. Voor dit semi nomadische volk dat in siidas leeft, is zo’n grens een ramp. Siidas zijn de losse familieverbanden én het gebied dat zo’n groep bestrijkt. Sami’s binnen dezelfde siida krijgen één van de omringende nationaliteiten, en hebben daardoor moeite hun weide gronden te bereiken. In datzelfde jaar wordt een kerk gebouwd en verandert de naam van Piselvnes (landtong van de Pis rivier) naar Kirkenes.
Nog voordat Noorwegen zichzelf losmaakt uit de unie met Zweden (in 1905) en een zelfstandige staat wordt, mogen de Sami hun eigen taal niet meer gebruiken. In 1852 gaat de Noors-Finse grens definitief dicht voor rendieren.

Kirkenes
Geschiedenis van Kirkenes stad
Tot 1906 woont een handjevol families in Kirkenes. Door de ontdekking van ijzererts, en de oprichting van het mijnbouwbedrijf A/S Sydvaranger groeit de bevolking binnen een paar jaar tot achtduizend. Van heinde en verre komen mensen op het werk af en daarom hoor je naast Noors ook Sami, Fins, Russisch, Zweeds en Engels in de straten van Kirkenes. Die smeltkroes van etniciteiten vind je er nog altijd, ook al zijn de mijnen gesloten.
Je zou het niet zeggen als je door dit stadje van zo’n 3000 inwoners rijdt, maar de mijnindustrie in Kirkenes speelt een aanzienlijke rol in de wederopbouw en welvaart van naoorlogs Noorwegen. Mijn beeld van een onbeduidende stad in een uithoek in het hoge noorden is al aan vervanging toe voordat de dag goed en wel begonnen is.
Husky’s ?
Voor die dag ten einde is ga ik sleetje rijden. Ik ga met de husky tour mee, en ben daarmee onderdeel van die andere bron van inkomsten: de toeristische industrie. Vroeg van boord, rijden we door een winters landschap naar de plek waar alles samenkomt: het sneeuwhotel, de koningskrabben excursie en de Huskies.




Een veld vol hondenhokken, rondlopende toeristen met kleurige jacks en middenin die drukte zit een musher, of hondenmenner met twee honden in haar eigen wereld. Ze zorgt ervoor dat de honden kalm blijven voordat ze weer aan het werk moeten bij de volgende slede rit.

Even later zit ik met Frans op de slee. Zijn Asta is thuisgebleven, en Adri heeft ook voor de eer bedankt. Als de honden merken dat het tijd is om te gaan, stijgt de opwinding, ze springen en trekken, en er klinkt een oorverdovend geblaf.


Met een vaartje vliegen we er vandoor. Van onze musher hoor ik dat de rode schoentjes de voetzolen beschermen. Als dat nodig is gaan ze aan. Ze kijkt ook per hond of deze niet te veel én vooral ook niet te weinig beweging krijgt. Ik hoor ook dat de honden tijdens hun ‘werk’ moeten poepen en plassen, het is geen doen om met een span van tien of twaalf honden voor elke pipi of kaka te stoppen. Ook dat brengen de honden voor onze ogen in praktijk.
Waarom ze allemaal zo verschillend zijn wil ik weten. “Dit zijn toch geen Huskies?” Het zijn geen Siberische, maar Alaska Huskies, gefokt uit verschillende hondenrassen op kenmerken die passen bij sledehonden, zoals willen trekken en rennen, commando’s kunnen uitvoeren en tegen kou kunnen. Dat ze niet uit één ras bestaan maakt deze soort gezond. Veel te snel is de sledetocht door het witte landschap voorbij. Een half uurtje max.




Deze gaat mee naar huis !
Er blijkt nog een soort toetje aan het hele gebeuren vast te zitten. Eerst krijgen we een beker warme limonade bij een vuurtje. Dan mogen we in een soort kinderboerderij achtige setting rendieren voeren. Ik vind het helemaal niks. OK, het hele hondenslee gebeuren is natuurlijk net zo’n circus, maar daar doen de honden in elk geval waar ze voor gefokt zijn, al zou ik het woord authentiek hier niet durven gebruiken.


De verzorger van de rendieren is een Same. Ik heb het hem gevraagd. Zijn vrouw maakt de kleding die hij draagt. Als oud juf textiele werkvormen wil ik meer weten over wat hij draagt, en hoe het gemaakt is. De muts, weet ik, is in de winter gevuld met wol en de punten staan dan rechtop. Om in de zomer het hoofd koel te houden gaat de wol er uit en verandert de vorm. Soms zit er een rood vierkant op, dan ben je makkelijker zichtbaar tijdens het jagen in het bos. Toch ben ik niet meegegaan met de excursie waar we Sami’s gingen ontmoeten. De cultuur fascineert me, de kleding en de gebruikte technieken intrigeren me, maar dit aapjes kijken, dat irriteert me.

Er liggen lappen op het sneeuwhotel om de kou binnen te houden, shovels rijden af en aan en dumpen nieuwe ladingen sneeuw erop. Het idee is om nu ook in de zomer open te zijn, in plaats van de boel af te breken en volgend jaar weer opnieuw op te bouwen.


Ten slotte mogen we ook nog even het sneeuwhotel van binnen bekijken. Dat vind ik dan weer mooi meegenomen. Ik was er altijd al nieuwsgierig naar. Leuk om te zien. Ben ik daar ook geweest, en fijn dat ik niet hoef te slapen tussen al die blokken ijs.
Grensgebied
Kirkenes is met recht een stad in een grensgebied en typisch voor grensgebieden, zorgen grenzen voor conflicten maar zijn vaak ook vloeibaar. In dit geval letterlijk, een groot gedeelte van die grens volgt de rivier Pasvik. Welk land er aan de andere kant van de grens lag, dat wisselde nog wel eens.
De winteroorlog
Door een vredesverdrag in 1920 tussen Finland en de Soviet Unie grenst Rusland niet langer meer aan Noorwegen. Door de winteroorlog in 1939 moet Finland gebied opgeven en is er weer een grens met Rusland. Twee simpele zinnetjes die niets zeggen over de vele Finse vluchtelingen die in Kirkenes onderdak vonden tijdens de gruwelijke Winteroorlog of over het menselijk leed ontstaan door de wisselende grenzen.
Olav Beddari heeft Fins en Sami bloed. Hij woonde in Skogfoss, ten zuiden van Kirkenes. Als hij opgroeit ligt Finland aan de overzijde van de Pasvikelva rivier. Hij hoeft de rivier maar over te steken om vrienden en familie te bezoeken, zomers met een bootje en winters met ski’s of een slee. Ook zijn vrouw is Finse. Na de oorlog is de overkant Russisch en is er geen contact meer mogelijk. Op school moet hij Noors leren spreken, andere talen of culturen zijn niet gewenst. Jaren later komt Olav erachter dat de Noorse regering hem ruim twintig jaar lang onder surveillance hield. Zijn Finse contacten maakten hem verdacht tijdens de koude oorlog. Trine Hamram maakt een prachtig portretje van hem op border stories.
Vanaf 1940 is er helemaal geen Noorse grens meer. Noorwegen is bezet door Duitsland.
Keerpunt
Vandaag komen we zo ver oostelijk als we op deze reis zullen gaan, we zijn oostelijker dan Istanbul. Het keerpunt van deze reis blijkt geen onbeduidend poolstadje, maar een stad die een rol in de wereldgeschiedenis speelde. Opmerkelijk is dat op het eerste gezicht er niets van die geschiedenis meer te zien Isin deze grensstad.Wat ligt er allemaal verborgen onder de sneeuw in Kirkenes? Over de bloedstollende geschiedenis van Kirkenes in de tweede wereldoorlog en de verrassende groep die onlangs de grens overstak op een wel heel bijzonder vervoermiddel vertel ik in een volgend blog.


Website geschiedenis van Kirkenes
Geef een reactie! Ik vind het leuk om van je te horen, en het helpt ook nog eens om meer bezoekers te krijgen.